De techniek van glas in lood is al heel oud. Stukken gekleurd of gebrandschilderd glas worden naar het patroon van de gewenste voorstelling gesneden en ingesloten door H-vormige loodlijsten, die op de punten waar zij elkaar kruisen, aan elkaar worden gesoldeerd.
Aangezien gewone loodlijsten niet voor veel stevigheid zorgen, zijn vaak enkele doorgaande loodlijsten voorzien van een stalen kern. Desondanks is een glas-in-loodraam een tamelijk zwakke constructie, zodat grotere uitvoeringen ter versteviging bevestigd worden aan aparte stalen spijlen. Veel zien we dit nog terug in grote kerkramen en ramen in oudere huizen. Tegenwoordig is het ook weer een trent om glas in lood in het interieur te verwerken.
Een eenvoudiger manier, maar zeker niet minder creatief, is het werken met een plaat plexiglas en zelfklevend loodband. Hiermee wordt ook een prima effect bereikt.
De voorstelling wordt op papier gezet en onder het plexiglas gelegd. Het loodband wordt afgerold en steeds wordt er een stukje op maat afgesneden en op het plexiglas aangebracht waarbij het stevig wordt aangedrukt, terwijl het patroon op het papier wordt gevolgd. Daarna worden met speciale glasverf de diverse vlakken ingekleurd. Het geheel wordt met een U loodprofiel rondom afgewerkt en de plaat wordt voorzien van gaatjes waardoor een kettinkje gaat om het geheel op te hangen. In dit geval komt het voor ons keukenraam te hangen om de inkijk enigszins tegen te gaan. Als de zon er doorheen schijnt, levert dit een vrolijk beeld op.